Een adresboek maken

Deze handleiding beschrijft de richtlijnen voor het adresboek.

Een adresboek maken via het bedieningspaneel

U kunt veelgebruikte faxnummers, e-mailadressen, SMB-serveradressen, SMB-serveradressen en FTP-serveradressen op uw apparaat opslaan.

  • Individueelhiermee kunt u informatie van maximaal 500 ontvangers opslaan.

  • Groephiermee maakt u groepen als u regelmatig eenzelfde document naar meerdere bestemmingen verzendt. U kunt maximaal 500 ontvangers bij een groep aanmelden. U kunt de nummers die u hier opslaat alleen selecteren in de verzendlijst op het tabblad Basis van Fax, Scan nr Email of Scannen naar server. U kunt ook een Groep voor verzenden instellen die bestaat uit tal van verschillende afzonderlijke vermeldingen.

    [Note]

    U kunt een groep niet aanmelden zoals u een individueel adres bij een groep aanmeldt.

Individuele adressen opslaan (Fax, E-mail)

  1. Druk op Machine instellen > Toepassingsinstellingen > Adresboek > New op het weergavescherm.

  2. Druk op het invoergebied Naam. Voer vervolgens de naam van de ontvanger in.

    [Note]

    Controleer pictogram (favoriet) voor adressen die u vaak gebruikt.U kunt ze gemakkelijk vinden in de zoekresultaten.

  3. Snelkiesnummer wordt automatisch ingevuld met het eerste beschikbare nummer.

    [Note]

    Snelkiesnummer is het nummer dat de gegevens van een ontvanger vertegenwoordigt: u kunt het numerieke toetsenblok op het bedieningspaneel gebruiken.

  4. Druk op het invoergebied Faxnum. en voer het faxnummer in met behulp van het toetsenblok op het bedieningspaneel.

    [Note]
    • Een pauze invoegen: bij sommige telefooncentrales moet u eerst een toegangscode (bijvoorbeeld een 9) intoetsen en vervolgens wachten tot u een tweede kiestoon hoort. In dat geval moet u in het telefoonnummer een pauze invoegen.

  5. Druk op het invoergebied E-mail. Voer vervolgens het e-mailadres van de ontvanger in.

  6. Druk op OK om de informatie op te slaan.

Individuele adressen opslaan (SMB, FTP)

  1. Druk op Machine instellen > Toepassingsinstellingen > Adresboek > Nieuw > SMB, FTP of (Individueel) op het scherm.

  2. Druk op het invoergebied Naam. Voer vervolgens de naam van de ontvanger in.

    [Note]

    Controleer pictogram (favoriet) voor adressen die u vaak gebruikt.U kunt ze gemakkelijk vinden in de zoekresultaten.

  3. Druk op IP of Host en druk op het invoergebied IP-adres/Host. Voer vervolgens het serveradres in als decimale notatie met punten of als hostnaam.

  4. Druk op het invoergebied Poortnr.. Voer daarna het serverpoortnummer in.

  5. Druk op het invoergebied Gebruik.naam. Voer daarna de gebruikersnaam in.

    [Note]
    • In het geval van SMB of FTP, als u wilt dat de server toegang verleent aan niet-gemachtigde personen. Druk op het vakje Anoniem. Dit selectievakje is standaard uitgeschakeld. Als u het vakje Anoniem hebt ingeschakelt, ga dan naar stap 7.

  6. Druk op het invoergebied van Wachtwoord. Voer daarna het wachtwoord in.

  7. Druk op het invoergebied Gebruikersdomein. Voer daarna de domeinnaam in.

    [Note]

    Als de ingevoerde SMB-server geen geregistreerd domein heeft, laat u dit veld leeg of voert u de computernaam van de SMB-server in.

  8. Druk op het invoergebied Pad. Voer vervolgens de naam van het bestand of van de map waarin de te verzenden bestanden moeten worden opgeslagen.

    Voorbeeld: /FileFolder/

  9. Druk op het invoergebied Bestandnaam. Voer de naam van het verzonden bestand in.

  10. Selecteer de gewenste optie Best.beleid met behulp van de pijl. Als de server al een bestand met dezelfde naam heeft, wordt het bestand verwerkt volgens het door u geselecteerde bestandsbeleid.

    • Naam wijzigenHet verzonden bestand wordt opgeslagen onder een andere bestandsnaam die automatisch wordt gegenereerd.

    • Annul. slaat het verzonden bestand niet op.

    • Overschr. Het bestaande bestand wordt door het verzonden bestand overschreven.

  11. Selecteer de gewenste optie voor Map maken.

    • Aanmeldingsnaam gebruikenAls u deze optie selecteert, maakt het apparaat een onderliggende map in de geselecteerde bestandsmap aan. De submap krijgt dezelfde naam als de gebruikersnaam die u hebt ingevoerd bij stap 5.

      [Note]

      Als de bestandsmap een submap heeft met dezelfde naam, maakt het apparaat geen submap.

    • MapaanmaakcyclusU kunt de cyclus voor het maken van een submap instellen. Het apparaat maakt dan een submap volgens deze ingestelde optie.

      [Note]

      Als de bestandsmap een submap heeft met dezelfde naam, maakt het apparaat geen submap.

      • Elke dagElke dag wordt er een submap gemaakt. De notatie van de naam van de submap is JJJJ-MM-DD (bv. 2012-01-01).

      • Elke maandElke maand wordt er een submap gemaakt. De notatie van de naam van de submap is JJJJ-MM (bv. 2012-01).

      • Elk jaarElk jaar wordt er een submap gemaakt. De notatie van de naam van de submap is JJJJ (bv. 2012).

    • Map maken Voor meerdere bestandenAls u deze optie selecteert en meerdere bestanden hebt gescand, maakt het apparaat een submap in de map die u hebt geselecteerd en worden de verzonden bestanden opgeslagen in de submap.

    [Note]

    Als alle opties voor het maken van een map tegelijkertijd worden geactiveerd, worden de verzonden bestanden op de onderstaande wijze opgeslagen.

    • Als een enkel gescand bestand wordt verzonden:

      \\map\gebruikersnaam\2012-01-01\DOC.jpg

    • Als er meerdere gescande bestanden worden verzonden:

      \\map\gebruikersnaam\2012-01-01\DOCJPEG\DOC000.jpg

      \\map\gebruikersnaam\2012-01-01\DOCJPEG\DOC001.jpg

      \\map\gebruikersnaam\2012-01-01\DOCJPEG\DOC002.jpg

  12. Druk op OK om de informatie op te slaan.

Individuele adressen bewerken

  1. Druk op Machine instellen > Toepassingsinstellingen > Adresboek op het scherm.

  2. Druk op de naam van het individuele adres dat u wilt bewerken. Druk op pictogram (bewerken).

    [Note]

    Als u een individueel adres wilt verwijderen, schakelt u het bijbehorende selectievakje voor het adres in en drukt u op het pictogram (verwijderen).

  3. Druk op het invoergebied dat u wilt wijzigen. Wijzig vervolgens de inhoud met behulp van het pop-upvenster of het numerieke toetsenblok op het bedieningspaneel. Als u het pop-uptoetsenbord gebruikt.

  4. Druk op pict. om de gegevens op te slaan.

Groepsadressen opslaan

  1. Druk op Machine instellen > Toepassingsinstellingen > Adresboek > pictogram (nieuw) pictogram (groep) op het weergavescherm.

  2. Druk op het invoergebied Groepsnaam. Voer daarna de groepsnaam in.

  3. Druk op Lid toevoegen. Schakel het selectievakje in voor het individuele adres dat u wilt opnemen en druk op het pictogram .

    [Note]

    Als u de naam niet zeker weet, kunt u het gebied Invoeradres gebruiken. Geef de eerste paar letters op of druk op pictogram (zoeken).Het apparaat toont de individuele adressenlijst. Schakel het selectievakje in voor het individuele adres dat u wilt invoegen en druk op pictogram.

  4. Druk op pict. om de gegevens op te slaan.

Groepsadressen bewerken

  1. Druk op Machine instellen > Toepassingsinstellingen > Adresboek op het weergavescherm.

  2. Druk op de naam van de groep die u wilt bewerken. Druk op pictogram (bewerken).

    [Note]

    Als u een groepsadres wilt verwijderen, schakelt u het te verwijderen selectievakje in en drukt u op pictogram (verwijderen).

  3. Druk op het invoergebied Groepsnaam. Wijzig de naam van de groep.

  4. Druk op Lid toevoegen. Schakel het selectievakje in voor het individuele adres dat u wilt opnemen en druk op het pictogram .

    [Note]

    Als u de naam niet zeker weet, kunt u het gebied Invoeradres gebruiken. Geef de eerste paar letters op of druk op pictogram (zoeken).Het apparaat toont de individuele adressenlijst. Schakel het selectievakje in voor het individuele adres dat u wilt invoegen en druk op pictogram.

  5. Als u een individueel adres wilt verwijderen, schakelt u het te verwijderen selectievakje in en drukt u op pictogram (verwijderen).De naam van het individuele adres wordt verwijderd uit de groep.

  6. Druk op pict. om de gegevens op te slaan.

Een item in het adresboek zoeken

U kunt de adressen zoeken die in het adresboek zijn opgeslagen.

  1. Druk op Machine instellen > Toepassingsinstellingen > Adresboek > knop linksboven op het weergavescherm.

  2. Druk op de gewenste specifieke categorie.

    U kunt adressen opzoeken binnen een specifieke categorie, zoals Alle, Individueel, Groep, Favoriet, of E-mail.

  3. Het apparaat toont de zoekresultaten.

    [Note]

    Als u de naam niet zeker weet, kunt u het gebied Invoeradres gebruiken. Geef de eerste paar letters op of druk op pictogram (zoeken).

Een item in het adresboek verwijderen

U kunt het geselecteerde adres uit het adresboek verwijderen.

  1. Druk op Machine instellen > Toepassingsinstellingen > Adresboek op het scherm.

  2. Schakel het selectievakje voor het te verwijderen adres in en druk op pictogram (verwijderen).

  3. Druk op pict. wanneer het venster verschijnt waarin om een bevestiging wordt gevraagd.

    Het geselecteerde adres wordt uit de lijst verwijderd.

Een item in het adresboek controleren

U kunt de informatie van een individueel of groepsadres weergeven.

  1. Druk op Machine instellen > Toepassingsinstellingen > Adresboek op het scherm.

  2. Druk op het adres dat u wilt zien.

    Het scherm geeft de volledige informatie van het adres weer.

    [Note]

    Als u het adres rechtstreeks wilt bewerken, drukt u op pictogram (bewerken) in het detailscherm, of als u een groepsadres selecteert, kunt u ook de individuele adressen in het groepsadres bekijken.

Een adresboek instellen met behulp van SyncThru™ Web Service

U kunt eenvoudig adressen opslaan vanaf netwerkcomputers met SyncThru™ Web Service. Alleen gemachtigde gebruikers van het apparaat kunnen via aanmelding bij SyncThru™ Web Service adressen opslaan.

Opslaan op uw computer

Deze methode veronderstelt dat u adressen op de vaste schijf van uw apparaat opslaat. U kunt e-mailadressen toevoegen en ze in aparte categorieën groeperen.

Adressen toevoegen aan het Individueel adresboek

  1. Zet de netwerkcomputer aan en open de webbrowser.

  2. Voer het IP-adres van uw apparaat als URL in de browser in.

    (Voorbeeld, http://123.123.123.123)

  3. Druk op Enter of klik op Ga naar voor toegang tot de SyncThru™ Web Service.

    [Note]

    Indien nodig kunt u de taal instellen in de rechterbovenhoek van SyncThru™ Web Service.

  4. Klik op Aanmelding.

  5. Voer de id en het wachtwoord in en selecteer een domein tijdens uw aanmelding op het apparaat.

  6. Klik op Aanmelding.

    [Note]

    Als u SyncThru™ Web Service gedurende vijf minuten niet gebruikt, wordt u automatisch afgemeld.

  7. Klik op Adresboek.

  8. Klik op Toevoegen.

  9. Voer de toe te voegen naam in en selecteer het snelkiesnummer in Algemeen.

    [Note]
    • Snelkiesnummer is het nummer dat de informatie van een ontvanger vertegenwoordigt. Gebruik voor de invoer het numerieke toetsenblok op het bedieningspaneel.

    • Controleer Favoriet voor adressen die u vaak gebruikt. U kunt ze gemakkelijk vinden in de zoekresultaten.

  10. Voer het e-mailadres in bij E-mail.

  11. Voer het faxnummer in bij Fax.

  12. Controleer het selectievakje SMB in SMB. U kunt de SMB-informatie invoeren wanneer u het selectievakje hebt ingeschakeld.

  13. Voer het serveradres in als decimale notatie met punten of voer een hostnaam in bij SMB-serveradres.

  14. Voer het serverpoortnummer in bij SMB-serverpoort.

  15. Voer de aanmeldingsnaam in bij Aanmeldingsnaam.

    [Note]

    In het geval van SMB of FTP, als u wilt dat de server toegang verleent aan niet-gemachtigde personen. Druk op het vakje Anoniem. Dit selectievakje is standaard uitgeschakeld. Als u het vakje Anoniem hebt aangevinkt, ga dan naar stap 18.

  16. Voer het wachtwoord in bij Wachtwoord en voer opnieuw het wachtwoord in bij Wachtwoord bevestigen.

  17. Voer de domeinnaam in bij Domein.

    [Note]

    Als de ingevoerde SMB-server geen geregistreerd domein heeft, laat u dit veld leeg of voert u de computernaam van de SMB-server in.

  18. Voer de Scan File Folder in voor de opslag van gescande afbeeldingen bij Pad.

    Voorbeeld: /sharedFolder/

  19. Selecteer de gewenste optie Beleid voor aanmaken scanmappen.

    • Nieuwe map aanmaken op aanmeldingsnaamAls u deze optie selecteert, maakt het apparaat een submap in de bestandsmap die u hebt geselecteerd. De submap krijgt dezelfde naam als de gebruikersnaam die u hebt ingevoerd bij stap 15.

      [Note]

      Als de bestandsmap een submap heeft met dezelfde naam, maakt het apparaat geen submap.

    • Nieuwe map aanmaken, elkeU kunt de cyclus voor het maken van een submap instellen. Het apparaat maakt een submap op basis deze ingestelde optie.

      [Note]

      Als de bestandsmap een submap heeft met dezelfde naam, maakt het apparaat geen submap.

      • DagElke dag wordt er een submap gemaakt. De notatie van de naam van de submap is JJJJ-MM-DD (bv. 2012-01-01).

      • MaandElke maand wordt er een submap gemaakt. De notatie van de naam van de submap is JJJJ-MM (bv. 2012-01).

      • JaarElk jaar wordt er een submap gemaakt. De notatie van de naam van de submap is JJJJ (bv. 2012).

    • Alleen nieuwe map aanmaken als scanuitvoer uit verschillende bestanden bestaatAls u deze optie selecteert en meerdere bestanden hebt gescand, maakt het apparaat een submap in de map die u hebt geselecteerd en worden de verzonden bestanden opgeslagen in de submap.

    [Note]

    Als alle opties voor het maken van een map tegelijkertijd worden geactiveerd, worden de verzonden bestanden op de onderstaande wijze opgeslagen.

    • Als een enkel gescand bestand wordt verzonden:

      \\map\gebruikersnaam\2012-01-01\DOC.jpg

    • Als er meerdere gescande bestanden worden verzonden:

      \\map\gebruikersnaam\2012-01-01\DOCJPEG\DOC000.jpg

      \\map\gebruikersnaam\2012-01-01\DOCJPEG\DOC001.jpg

      \\map\gebruikersnaam\2012-01-01\DOCJPEG\DOC002.jpg

  20. Selecteer het beleid voor het genereren van een bestandsnaam bij Archiveringsbeleid. Als de server al een bestand met dezelfde naam heeft, wordt het bestand verwerkt op basis van het door u geselecteerde bestandsbeleid.

    • Naam wijzigenHet verzonden bestand wordt opgeslagen onder een andere bestandsnaam die automatisch wordt gegenereerd.

    • Annulerenslaat het verzonden bestand niet op.

    • OverschrijvenHet bestaande bestand wordt door het verzonden bestand overschreven.

  21. Voer de bestandsnaam in bij Bestandsnaam die op de server moet worden opgeslagen.

  22. Klik op Test om de informatie van de server te controleren.

  23. Voer de gegevens van de FTP-server in op vrijwel dezelfde wijze als bij SMB.

  24. Klik op Toepassen.

    [Note]

    Druk op Ongedaan maken om de ingevoerde informatie te verwijderen. Als u op Annuleren drukt, wordt het Toevoegen scherm gesloten.

Adressen bewerken in een individueel adresboek

  1. Schakel uw netwerkcomputer in en open een webbrowser.

  2. Voer het IP-adres van uw apparaat als URL in de browser in.

    (Voorbeeld, http://123.123.123.123)

  3. Druk op Enter of klik op Ga naar voor toegang tot SyncThru™ Web Service.

    [Note]

    Indien nodig kunt u de taal instellen in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web Service.

  4. Klik op Aanmelding.

  5. Voer de id en het wachtwoord in en selecteer een domein om u bij het apparaat aan te melden.

  6. Klik op Aanmelding.

    [Note]

    Als u SyncThru™ Web Service gedurende vijf minuten niet gebruikt, wordt u automatisch afgemeld.

  7. Klik op Adresboek.

  8. Vink het adres aan dat u wilt bewerken en druk op Wijzigen.

  9. Wijzig de adresgegevens.

  10. Klik op Toepassen.

    [Note]

    Druk op Ongedaan maken om de ingevoerde informatie te verwijderen. Als u op Annuleren drukt, wordt het Wijzigen scherm gesloten.

Adressen verwijderen uit een individueel adresboek

  1. Schakel uw netwerkcomputer in en open een webbrowser.

  2. Voer het IP-adres van uw apparaat als URL in de browser in.

    (Voorbeeld, http://123.123.123.123)

  3. Druk op Enter of klik op Ga naar voor toegang tot SyncThru™ Web Service.

    [Note]

    Indien nodig kunt u de taal instellen in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web Service.

  4. Klik op Aanmelding.

  5. Voer de id en het wachtwoord in en selecteer een domein om u bij het apparaat aan te melden.

  6. Klik op Aanmelding.

    [Note]

    Als u SyncThru™ Web Service vijf minuten lang niet gebruikt, wordt u automatisch afgemeld.

  7. Klik op Adresboek.

  8. Vink het adres aan dat u wilt verwijderen en klik op Verwijderen.

    Als u het selectievakje van de kolomkop inschakelt, worden alle adressen aangevinkt.

    Klik op OK als het bevestigingsvenster verschijnt.

Adressen zoeken in een individueel adresboek

  1. Zet de netwerkcomputer aan en open de webbrowser.

  2. Voer het IP-adres van uw apparaat als URL in de browser in.

    (Voorbeeld, http://123.123.123.123)

  3. Druk op Enter of klik op Ga naar voor toegang tot SyncThru™ Web Service.

    [Note]

    Indien nodig kunt u de taal instellen in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web Service.

  4. Klik op Aanmelding.

  5. Voer de id en het wachtwoord in en selecteer een domein om u bij het apparaat aan te melden.

  6. Klik op Aanmelding.

    [Note]

    Als u SyncThru™ Web Service gedurende vijf minuten niet gebruikt, wordt u automatisch afgemeld.

  7. Klik op Adresboek.

    [Note]

    U kunt de indeling wijzigen door op de afzonderlijke kolomkoppen te klikken. Als u bijvoorbeeld op Snelkiesnummer klikt, worden de adressen in de volgorde van het snelkiesnummer weergegeven. Als u opnieuw op Snelkiesnummer klikt, worden deze in omgekeerde volgorde weergegeven.

  8. Typ de naam die u wilt zoeken in het zoekinvoergebied.

    [Note]

    U kunt adressen in een specifieke categorie zoeken, zoals Faxnummer, E-mail, SMB, etc.

    Als u bijvoorbeeld een faxnummer zoekt, klikt u op de vervolgkeuzelijst naast en selecteert u Faxnummer.

  9. Klik op . Vervolgens verschijnt het zoekresultaat.

    [Note]

    U kunt de adressen in een specifieke categorie zien, zoals Faxnummer, E-mail, SMB, etc.

    Als u bijvoorbeeld de adressen wilt zien die een faxnummer hebben, klikt u op de vervolgkeuzelijst onder LDAP en selecteert u Faxnummer.

Een individueel adresboek importeren

U kunt het adresboekbestand van een server of een computer importeren. Het bestand moet de bestandsextensie "csv" hebben. U kunt ook adressen importeren van een LDAP-server. Voordat de adressen op uw apparaat kunt importeren, moet een LDAP-serverbeheerder deze adressen eerst opslaan.

  1. Schakel uw netwerkcomputer in en open een webbrowser.

  2. Voer het IP-adres van uw apparaat als URL in de browser in.

    (Voorbeeld, http://123.123.123.123)

  3. Druk op Enter of klik op Ga naar voor toegang tot de SyncThru™ Web Service.

    [Note]

    Indien nodig kunt u de taal instellen in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web Service.

  4. Klik op Aanmelding.

  5. Voer de id en het wachtwoord in en selecteer een domein om u bij het apparaat aan te melden.

  6. Klik op Aanmelding.

    [Note]

    Als u SyncThru™ Web Service gedurende vijf minuten niet gebruikt, wordt u automatisch afgemeld.

  7. Klik op Adresboek.

  8. Klik op Importeren.

  9. Selecteer URL of Bureaublad en voer het adres of mapnaam in waarin het bestand is opgeslagen.

  10. Klik op OK.

Een individueel adresboek exporteren

U kunt het adresboekbestand naar uw computer exporteren als back-up van het bestand of u kunt dit naar andere Samsung-apparaten exporteren.

  1. Schakel uw netwerkcomputer in en open een webbrowser.

  2. Voer het IP-adres van uw apparaat als URL in de browser in.

    (Voorbeeld, http://123.123.123.123)

  3. Druk op Enter of klik op Ga naar voor toegang tot SyncThru™ Web Service.

    [Note]

    Indien nodig kunt u de taal instellen in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web Service.

  4. Klik op Aanmelding.

  5. Voer de id en het wachtwoord in en selecteer een domein om u bij het apparaat aan te melden.

  6. Klik op Aanmelding.

    [Note]

    Als u SyncThru™ Web Service gedurende vijf minuten niet gebruikt, wordt u automatisch afgemeld.

  7. Klik op Adresboek.

  8. Klik op Exporteren.

  9. Klik op Exporteren. Vervolgens wordt het adresboekbestand opgeslagen op uw computer.

Adressen groeperen in Groepsadresboek

  1. Schakel uw netwerkcomputer in en open een webbrowser.

  2. Voer het IP-adres van uw apparaat als URL in de browser in.

    (Voorbeeld, http://123.123.123.123)

  3. Druk op Enter of klik op Ga naar voor toegang tot SyncThru™ Web Service.

    [Note]

    Indien nodig kunt u de taal instellen in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web Service.

  4. Klik op Aanmelding.

  5. Voer de id en het wachtwoord in en selecteer een domein om u bij het apparaat aan te melden.

  6. Klik op Aanmelding.

    [Note]

    Als u SyncThru™ Web Service gedurende vijf minuten niet gebruikt, wordt u automatisch afgemeld.

  7. Klik op Adresboek.

  8. Klik op Groepen.

  9. Klik op Groep toevoegen.

  10. Voer de toe te voegen groepsnaam in Groepsnaam in.

  11. Selecteer Een of meer personen toevoegen nadat deze groep is gemaakt.

    [Note]

    Als u geen individuele adressen wilt toevoegen aan de gemaakte groepsadressen, slaagt u deze stap over. U kunt de volgende keer individuele adressen toevoegen door op Groepsdetails te drukken.

  12. Klik op Toepassen.

  13. Schakel de adressen in die u wilt toevoegen aan Groepsadresboek in Individueel adresboek.

  14. Klik op de pijl in het midden. De geselecteerd adressen worden toegevoegd aan Groepsadresboek.

  15. Klik op Toepassen.

Groepsadressen bewerken in Groepsadresboek

  1. Schakel uw netwerkcomputer in en open een webbrowser.

  2. Voer het IP-adres van uw apparaat als URL in de browser in.

    (Voorbeeld, http://123.123.123.123)

  3. Druk op Enter of klik op Ga naar voor toegang tot de SyncThru™ Web Service.

    [Note]

    Indien nodig kunt u de taal instellen in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web Service.

  4. Klik op Aanmelding.

  5. Voer de id en het wachtwoord in en selecteer een domein om u bij het apparaat aan te melden.

  6. Klik op Aanmelding.

    [Note]

    Als u SyncThru™ Web Service gedurende vijf minuten niet gebruikt, wordt u automatisch afgemeld.

  7. Klik op Adresboek.

  8. Klik op Groepen.

  9. Vink het groepsadres aan dat u wilt bewerken en druk op Groep bewerken.

  10. De informatie van het groepsadres wijzigen.

  11. Klik op Toepassen.

    [Note]

    Druk op Ongedaan maken om de ingevoerde informatie te verwijderen. Als u op Annuleren drukt, wordt het venster Wijzigen gesloten.

Groepsadressen verwijderen in een Groepsadresboek

  1. Schakel uw netwerkcomputer in en open een webbrowser.

  2. Voer het IP-adres van uw apparaat als URL in de browser in.

    (Voorbeeld, http://123.123.123.123)

  3. Druk op Enter of klik op Ga naar voor toegang tot SyncThru™ Web Service.

    [Note]

    Indien nodig kunt u de taal instellen in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web Service.

  4. Klik op Aanmelding.

  5. Voer de id en het wachtwoord in en selecteer een domein om u bij het apparaat aan te melden.

  6. Klik op Aanmelding.

    [Note]

    Als u SyncThru™ Web Service gedurende vijf minuten niet gebruikt, wordt u automatisch afgemeld.

  7. Klik op Adresboek.

  8. Klik op Groepen.

  9. Vink de groepsadressen aan die u wilt verwijderen.

  10. Klik op Groep verwijderen.

    Klik op OK als het bevestigingsvenster verschijnt.

Groepsadressen aanvinken

U kunt informatie voor groepsadressen weergeven. In het Groepsdetails scherm kunt u ook individuele adressen toevoegen of verwijderen.

  1. Schakel uw netwerkcomputer in en open een webbrowser.

  2. Voer het IP-adres van uw apparaat als URL in de browser in.

    (Voorbeeld, http://123.123.123.123)

  3. Druk op Enter of klik op Ga naar voor toegang tot SyncThru™ Web Service.

    [Note]

    Indien nodig kunt u de taal instellen in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web Service.

  4. Klik op Aanmelding.

  5. Voer de id en het wachtwoord in en selecteer een domein om u bij het apparaat aan te melden.

  6. Klik op Aanmelding.

    [Note]

    Als u SyncThru™ Web Service gedurende vijf minuten niet gebruikt, wordt u automatisch afgemeld.

  7. Klik op Adresboek.

  8. Klik op Groepen.

  9. Druk op het groepsadres dat u wilt zien. Druk op Groepsdetails.

    [Note]
    • U kunt individuele adressen direct toevoegen. Schakel de adressen in die u wilt toevoegen aan Groepsadresboek in Individueel adresboek.

    • U kunt individuele adressen direct verwijderen. Controleer de adressen die u wilt verwijderen en druk op Verwijderen in Groepsadresboek.