Faxen (optioneel)

Deze handleiding bevat informatie over het gebruik van het apparaat als faxtoestel.

[Note]
  • U kunt dit apparaat niet als een faxapparaat gebruiken via een internettelefoonlijn. Raadpleeg uw internetprovider voor meer informatie.

  • Wij raden het gebruik aan van traditionele analoge telefoondiensten. (PSTN: openbaar telefoonnet) wanneer u telefoonlijnen aansluit om de fax te gebruiken. Als u andere internetdiensten (DSL, ISDN, VolP) gebruikt, kunt u de kwaliteit van de verbinding verbeteren door gebruik te maken van een microfilter. Een microfilter elimineert ruissignalen en verbetert de kwaliteit van de netwerk/internetverbinding. Aangezien de DSL Micro-filter niet met het apparaat wordt meegeleverd, kunt u het beste contact opnemen met uw internetprovider als u er gebruik van wilt maken.

    1. Lijnpoort

    2. Micro-filter

    3. DSL-modem/telefoonlijn

Voorbereiden om te faxen

Voordat u faxen kunt verzenden of ontvangen, moet u de meegeleverde telefoonkabel aansluiten op de wandaansluiting. Raadpleeg de installatiehandleiding bij de optionele faxkit voor informatie over het tot stand brengen van een verbinding. De aansluiting van een telefoonsnoer verschilt van land tot land.

Een fax verzenden vanaf uw computer

hiermee kunt u een fax verzenden vanaf uw computer zonder gebruik te maken van het bedieningspaneel op het apparaat. Zorg ervoor dat uw apparaat en de computer op hetzelfde netwerk zijn aangesloten.

Een fax verzenden (Windows)

Om een fax te versturen vanaf uw computer moet het programma Samsung Network PC Fax zijn geïnstalleerd. Dit programma wordt automatisch geïnstalleerd tijdens de installatie van het printerstuurprogramma.

  1. Open het document dat u wilt verzenden.

  2. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand.

    Het venster Afdrukken verschijnt.Afhankelijk van uw toepassing kan dit venster er iets anders uitzien.

  3. Selecteer Samsung Network PC Fax in het venster Afdrukken

  4. Klik op Afdrukken of op OK.

  5. Voer het faxnummer van de ontvanger in en stel indien nodig de opties in.

    [Note]

    Voor meer informatie over Samsung Network PC Fax klikt u op Help.

  6. Klik op verzenden.

Een lijst met verzonden faxberichten controleren (Windows)

U kunt de lijst met verzonden faxberichten op uw computer controleren.

Klik in het menu Start op Programma's of Alle programma's > Samsung Printers > Network PC Fax > Faxjournaal. Vervolgens wordt Faxjournaal weergegeven met een lijst met verzonden faxberichten.

[Note]

Voor meer informatie over Faxjournaal klikt u op Help.

Een fax verzenden (Mac)

Om een fax te versturen vanaf uw computer moet het programma Faxhulpprogramma’s geïnstalleerd zijn. Dit programma wordt automatisch geïnstalleerd tijdens de installatie van het printerstuurprogramma.

Volg onderstaande stappen voor Mac OS X 10.5 of 10.6. De onderstaande stappen verschillen afhankelijk van het besturingssysteem.

  1. Open het document dat u wilt verzenden.

  2. Selecteer Druk af in het menu Bestand.

    Het venster Druk af verschijnt.Afhankelijk van uw toepassing kan dit venster er iets anders uitzien.

  3. Selecteer Samsung CLX-9201 9301 Series fax in de vervolgkeuzelijst in Printer.

  4. Kies het aantal kopieën en pagina’s.

  5. Selecteer papierformaat, afdrukstand en schaal.

  6. Voer het faxnummer van de ontvanger in het invoervak Aan. U kunt ook op de knop Adressen drukken als u veelgebruikte faxnummers hebt opgeslagen.

  7. Voer indien nodig de toegangscode in het invoergebied Draai eerst een in.

  8. Als u de fax met een voorblad wilt versturen schakelt u het selectievakje voor Gebruik voorblad in.

    Voer het onderwerp en bericht van de faxtaak in.

    [Note]

    U kunt meer gedetailleerde opties voor de voorpagina instellen in Samsung Fax - Voorblad.Selecteer Samsung Fax - Voorblad in de vervolgkeuzelijst Afdrukstand.

  9. Klik op Fax.

  10. Het pictogram Fax () verschijnt op uw Mac-dock. Klik op het pictogram.

    U kunt de status van de faxtaak zien. U kunt de faxtaak verwijderen, bijhouden, hervatten of pauzeren.

Uitleg over het faxscherm

Als u de faxfunctie wilt gebruiken, drukt u op Fax in het scherm.

[Note]

Als u deze functie wilt gebruiken, moet u de optionele faxkit op uw apparaat installeren.

Wordt er een ander scherm weergegeven, druk dan op () om naar het beginscherm te gaan.

Het tabblad Basis

Het tabblad Geavanceerd

Het tabblad Afbeelding

Een fax verzenden

In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een fax verzendt en welke bijzondere verzendmethoden u kunt gebruiken.

[Note]

U kunt de originelen zowel in de DADI als op de glasplaat van de scanner plaatsen. Als er zich zowel originelen in de DADI als op de glasplaat van de scanner bevinden, worden de originelen in de DADI eerst gelezen omdat de DADI een hogere prioriteit heeft bij het scannen.

Instellen van faxhoofd

In sommige landen bent u wettelijk verplicht om op iedere uitgaande fax uw faxnummer te vermelden.

  1. Druk op Machine instellen > Toepassingsinstellingen > Faxinstellingen > Apparaat-id en faxnr. op het weergavescherm.

  2. Druk op een faxlijn wanneer uw apparaat meerdere faxlijnen heeft.

  3. Druk op het invoergebied Id-naam. Het pop-uptoetsenbord verschijnt.

    Voer uw naam of bedrijfsnaam in. Druk op OK.

  4. Druk op het invoergebied van Faxnummer.

    Voer uw faxnummer in met behulp van het numerieke toetsenblok op het bedieningspaneel.

  5. Druk op OK om de informatie op te slaan.

Een fax verzenden

  1. Plaats de originelen in de DADI met de bedrukte zijde naar boven of plaats een enkel origineel met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat van de scanner en sluit de DADI (zie Originelen plaatsen).

    [Note]

    Dit apparaat past automatisch het originele document aan de papiergrootte van de ontvangende fax aan.Als de originele documentgrootte bijvoorbeeld een A3-formaat is en het geladen papier in de ontvangende fax is van A4-formaat, dan wordt de originele papiergrootte aan het A4-formaat aangepast.

  2. Druk in het scherm op Fax.

  3. Pas de documentinstellingen in het tabblad Geavanceerd of Afbeelding aan (zie De documentinstellingen aanpassen).

  4. Druk op het tabblad Basis.

  5. Selecteer Resolutie (zie De resolutie wijzigen).

  6. Wanneer de cursor op de invoerregel knippert, voert u met behulp van het numerieke toetsenblok op het bedieningspaneel het faxnummer in of gebruikt u de optie Adresboek in het scherm als u veelgebruikte faxnummers hebt opgeslagen.

    [Note]
    • U kunt een fax naar maximaal 10 ontvangers tegelijk verzenden.

    • Om een pauze in te voegen, drukt u op Pauze tijdens het invoeren van het faxnummer. Op het display wordt de pauze aangegeven met een koppelteken ("–").

  7. Druk op Start op het bedieningspaneel. Het document wordt gescand en gefaxt naar het gekozen nummer.

[Note]
  • U kunt een fax rechtstreeks vanaf uw computer verzenden (zie Een fax verzenden vanaf uw computer).

  • Als u een faxtaak wilt annuleren, drukt u op Stop op het bedieningspaneel voordat het apparaat met het verzenden van de fax begint. U kunt ook op de knop Job Status op het bedieningspaneel drukken, de gewenste taak selecteren en vervolgens op Verwijd. drukken (zie Knop Job Status).

  • Als u een origineel op de glasplaat van de scanner legt, toont het apparaat een venster waarin u wordt gevraagd of u nog een pagina wilt laden. Plaats een ander origineel en druk op Ja. Als u klaar bent, drukt u in dit venster op Nee.

  • U kunt geen e-mail verzenden wanneer er een fax wordt verzonden.

Het verzenden van een fax met behulp van snelkiesnummers

Wanneer u tijdens het versturen van een fax wordt gevraagd om het te kiezen nummer in te voeren, voert u het eerder ingestelde snelkiesnummer in (zie Een adresboek maken).

  1. Plaats de originelen in de DADI met de bedrukte zijde naar boven of plaats een enkel origineel met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat van de scanner en sluit de DADI (zie Originelen plaatsen).

  2. Druk in het scherm op Fax.

  3. Pas de documentinstellingen in het tabblad Geavanceerd of Afbeelding aan (zie De documentinstellingen aanpassen).

  4. Druk op het tabblad Basis.

  5. Selecteer Resolutie (zie De resolutie wijzigen).

  6. Wanneer de cursor op de invoerregel knippert:

    • bij ééncijferige (0-9) snelkiesnummers, druk en houd het desbetreffende cijfertoets ingedrukt op het numerieke toetsenblok van het bedieningspaneel;

    • bij twee- of driecijferige snelkiesnummers, druk de eerste of de eerste twee cijfertoetsen in en houd de laatste cijfertoets ingedrukt op het numerieke toetsenblok van het bedieningspaneel.

  7. Druk op Start op het bedieningspaneel.

    Het document wordt gescand en gefaxt naar het gekozen nummer.

Een fax handmatig verzenden middels Op de haak

Bij deze methode wordt een fax verzonden met behulp van Op de haak in het tabblad Basis.

[Note]

Als u Uitgesteld verzenden, Snelstart faxen en Prioritair verzenden in het tabblad Geavanceerd gebruikt, is het niet mogelijk om een fax te verzenden met Op de haak.

  1. Plaats de originelen in de DADI met de bedrukte zijde naar boven of plaats een enkel origineel met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat van de scanner en sluit de DADI (zie Originelen plaatsen).

  2. Druk in het scherm op Fax.

  3. Pas de documentinstellingen in het tabblad Geavanceerd of Afbeelding aan (zie De documentinstellingen aanpassen).

  4. Druk op het tabblad Basis.

  5. Selecteer Resolutie (zie De resolutie wijzigen).

  6. Druk op Op de haak in het scherm.

  7. Als u een kiestoon hoort, vult u het faxnummer in met behulp van het numerieke toetsenblok op het bedieningspaneel.

  8. Druk op Start zodra u een hoge faxtoon hoort van het ontvangende faxapparaat.

Handmatig een fax verzenden via een intern telefoontoestel

Bij deze methode wordt een fax verzonden met behulp van een intern telefoontoestel. Zorg dat het intern telefoontoestel op de EXT-aansluiting van de faxkit op het apparaat is aangesloten.

[Note]

Tijdens telefoongesprekken met het telefoontoestel aangesloten op de EXT-aansluiting, zijn de kopieer- en scanfuncties niet beschikbaar.

  1. Plaats de originelen in de DADI met de bedrukte zijde naar boven of plaats een enkel origineel met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat van de scanner en sluit de DADI (zie Originelen plaatsen).

  2. Druk in het scherm op Fax.

  3. Pas de documentinstellingen in het tabblad Geavanceerd of Afbeelding aan (zie De documentinstellingen aanpassen).

  4. Druk op het tabblad Basis.

  5. Selecteer Resolutie (zie De resolutie wijzigen).

  6. Pak de hoorn op van het intern telefoontoestel.

  7. Als u een kiestoon hoort, voer dan het faxnummer op het intern telefoontoestel in.

  8. Druk op Start op het bedieningspaneel wanneer u een hoogfrequent faxsignaal hoort van het intern telefoontoestel.

Automatisch opnieuw verzenden

Als de lijn van het gekozen nummer bezet is of als het faxapparaat van de ontvanger niet antwoordt, wordt het nummer automatisch opnieuw gekozen.

Als u het interval tussen kiespogingen en/of het aantal kiespogingen wilt wijzigen, voert u de volgende stappen uit.

  1. Druk op Machine instellen > Toepassingsinstellingen > Faxinstellingen > Opnieuw kiezen op het weergavescherm.

  2. Druk op een faxlijn wanneer uw apparaat meerdere faxlijnen heeft.

  3. Stel de optie Tijd tussen kiespogingen [1-15]  min in met behulp van de pijl-omhoog/omlaag.

  4. Stel de optie Aantal kiespogingen [0-13] in met behulp van de pijl-omhoog/omlaag.

Het laatste nummer opnieuw kiezen

Recent: toont de 10 laatst gebruikte faxnummers. U kunt ook faxnummers kiezen in plaats van het nummer in te toetsen.

  1. Plaats de originelen in de DADI met de bedrukte zijde naar boven of plaats een enkel origineel met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat van de scanner en sluit de DADI (zie Originelen plaatsen).

  2. Druk in het scherm op Fax.

  3. Pas de documentinstellingen in het tabblad Geavanceerd of Afbeelding aan (zie De documentinstellingen aanpassen).

  4. Druk op het tabblad Basis.

  5. Selecteer Resolutie (zie De resolutie wijzigen).

  6. Druk op Recent.

  7. Voer het faxnummer in dat u opnieuw wenst te kiezen. Druk vervolgens op OK.

    [Note]
    • Toevoegen aan adres: hiermee kunt u een faxnummer in de Recent resultaten toe te voegen aan het Adresboek.

    • Verwijd. Om een faxnummer in de Recent resultaten te verwijderen. Druk op het faxnummer dat u wenst te verwijderen. Druk vervolgens op Verwijd..

  8. Druk op Start op het bedieningspaneel. Het document wordt gescand en naar de bestemmingen gefaxt.

Een faxverzending uitstellen

U kunt het apparaat zo instellen dat een fax op een later tijdstip (tijdens uw afwezigheid) wordt verzonden.

[Note]
  • Als u deze optie gebruikt, zijn de functies Snelstart faxen en Prioritair verzenden in het tabblad Geavanceerd niet actief.

  • Als u deze optie gebruikt, kunt u geen fax verzenden met de knop Op de haak op het scherm.

  1. Plaats de originelen in de DADI met de bedrukte zijde naar boven of plaats een enkel origineel met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat van de scanner en sluit de DADI (zie Originelen plaatsen).

  2. Druk in het scherm op Fax.

  3. Pas de documentinstellingen in het tabblad Geavanceerd of Afbeelding aan (zie De documentinstellingen aanpassen).

  4. Druk op het tabblad Basis.

  5. Selecteer Resolutie (zie De resolutie wijzigen).

  6. Wanneer de cursor op de invoerregel knippert, voert u met behulp van het numerieke toetsenblok op het bedieningspaneel het faxnummer in of gebruikt u de optie Adresboek in het scherm als u veelgebruikte faxnummers hebt opgeslagen.

  7. Druk op het tabblad Geavanceerd > Uitgesteld verzenden.

  8. Druk op het invoergebied van Taaknaam. Het pop-uptoetsenbord verschijnt.

    Voer de gewenste taaknaam in. Druk op Gereed.

    Als u geen taaknaam invoert, kent het apparaat de taaknaam "Faxtaak verzenden" toe.

  9. De uitgestelde verzending instellen.

    [Note]

    U kunt de uitgestelde verzending 15 minuten later dan de huidige tijd instellen. Als het bijvoorbeeld 1:00 uur is, kunt u de startijd op 1:15 instellen. Als het ingestelde tijdstip onjuist is, verschijnt een waarschuwingsbericht en wordt de waarde opnieuw ingesteld op de huidige tijd.

  10. Druk op Start op het bedieningspaneel. Het apparaat begint met het opslaan van de gescande originele gegevens in het geheugen.

[Note]

Als u de uitgestelde faxverzending wilt annuleren, drukt u op Uit voordat het verzenden wordt gestart.

Een fax ontvangen

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een fax ontvangt en welke bijzondere ontvangstmethoden u daarvoor kunt gebruiken.

Ontvangstmodus wijzigen

Het apparaat is standaard ingesteld op de Faxmodus. Als u een fax ontvangt, beantwoordt het apparaat de oproep na een opgegeven aantal belsignalen en wordt de fax automatisch ontvangen. Voer de volgende stappen uit als u de ontvangstmodus wilt wijzigen:

  1. Druk op Machine instellen > Toepassingsinstellingen > Faxinstellingen > Initiële faxinstellingen op het weergavescherm.

  2. Druk op een faxlijn wanneer uw apparaat meerdere faxlijnen heeft.

  3. Druk op Ontvangstmodus.

  4. Druk op de juiste optie.

    • TelefoonHiermee ontvangt u een fax door op Op de haak en vervolgens Start te drukken.

    • FaxHiermee wordt een inkomende faxoproep aangenomen en wordt onmiddellijk overgeschakeld naar de faxontvangstmodus.

    • Antwoordapparaat/Faxwordt gebruikt als er een antwoordapparaat op uw apparaat is aangesloten. Inkomende oproepen worden beantwoord door het antwoordapparaat en de beller kan een boodschap op het antwoordapparaat achterlaten. Als het faxapparaat een faxtoon op de lijn opvangt, schakelt het automatisch over naar faxmodus om de fax te ontvangen.

  5. Druk op OK om de informatie op te slaan.

Handmatig ontvangen in telefoonmodus

U kunt een faxoproep ontvangen door te drukken op Op de haak en vervolgens op Start wanneer u de faxtoon van het extern faxapparaat hoort. Het apparaat ontvangt een fax.

Een fax handmatig ontvangen gebruiken van een intern telefoontoestel

Deze functie werkt het best als u gebruikmaakt van een intern telefoontoestel dat is aangesloten op de EXT-aansluiting aan de achterkant van uw apparaat.

Als u een oproep krijgt op het intern telefoontoestel en faxtonen hoort, drukt u op de toetsen *9* op het telefoontoestel.Het apparaat ontvangt de fax.

Druk de toetsen langzaam na elkaar in. Als u de faxtoon van het andere faxapparaat nog steeds hoort, probeert u opnieuw op *9* te drukken.

Om *9* te wijzigen in bijvoorbeeld *3* volgt u volgende stappen.

  1. Druk op Machine instellen > Toepassingsinstellingen > Faxinstellingen > Startc. ontv. op het weergavescherm.

  2. Druk op Aan om deze functie te activeren.

  3. Voer het nummer 3 in met behulp van het numerieke toetsenbord op het bedieningspaneel

  4. Druk op OK.

Ontvangen in veilige ontvangstmodus

Mogelijk wilt u niet dat faxberichten die tijdens uw afwezigheid binnenkomen door anderen worden bekeken. U kunt in dat geval de veilige ontvangstmodus inschakelen om te voorkomen dat ontvangen faxen tijdens uw afwezigheid worden afgedrukt. In de veilige ontvangstmodus worden alle inkomende faxen in het geheugen opgeslagen.

  1. Druk op Machine instellen > Toepassingsinstellingen > Faxinstellingen > Veilig ontvangen op het weergavescherm.

    [Note]

    De modus Veilig ontvangen kan uitsluitend worden geconfigureerd door een gemachtigde gebruiker die een ID en een wachtwoord op het apparaat heeft geregistreerd. Wanneer het apparaat daarom vraagt, voert u het ID en wachtwoord in.

  2. Druk op een faxlijn wanneer uw apparaat meerdere faxlijnen heeft.

  3. Druk op Aan om deze functie te activeren.

    [Note]

    Wanneer het apparaat in deze modus een fax ontvangt, wordt Afdrukk. geactiveerd. Als u de beveiligde faxberichten wilt afdrukken, druk dan op Afdrukk.. Alle beveiligde faxberichten worden afgedrukt.

  4. Als u wilt dat inkomende faxberichten altijd naar het geheugen gaan, druk dan op Hele dag.In andere gevallen, gaat u door met de volgende stap.

  5. Stel de Starttijd in met behulp van de knoppen +/-. Druk op OK.

  6. Druk op Eindtijd en stel de specifieke eindtijd in met de pijltoetsen omhoog/omlaag of links/rechts. Druk vervolgens op OK.

  7. Druk in het scherm op OK.

[Note]

Als u de functie Veilig ontvangen wilt uitschakelen, drukt u op Uit. Hierna wordt de ontvangen fax afgedrukt.

Een ontvangen faxbericht-uitvoerlade selecteren

Met deze optie kunt u aangeven in welke lade het faxbericht moet worden afgedrukt.

  1. Druk op Machine instellen > Toepassingsinstellingen > Faxinstellingen > Ontvangen fax afdrukken > Uitvoerlade op het weergavescherm.

  2. Druk op de desbetreffende lade.

    [Note]
    • In de CLX-9301 Series is de Rechterlade (voorkant omhoog) een optioneel apparaat.

    • De Lade van afwerk. enBovenste lade zijn alleen beschikbaar wanneer de optionele interne afwerkeenheid of een boekjes-afwerkeenheid is geïnstalleerd.

    • Wanneer de optionele interne afwerkeenheid of een boekjes-afwerkeenheid is geïnstalleerd, is Middelste lade niet actief.

  3. Druk op OK.

Afdrukken ontvangend faxen op beide zijden van het papier

Stel deze duplex-functie in om papier te besparen. Hiermee worden de ontvangen faxgegevens dubbelzijdig afgedrukt.

  1. Druk op Machine instellen > Toepassingsinstellingen > Faxinstellingen > Ontvangen fax afdrukken > Dubbelzijdig op het weergavescherm.

  2. Druk op de juiste optie.

    • UitDrukt op slechts één zijde van het papier af.

    • Lange zijdeDrukt op beide zijden van het papier af met een bindrand langs de lange kant.

    • Korte zijdeDrukt op beide zijden van het papier af met een bindrand langs de korte kant.

  3. Druk op OK.

Ontvangen faxberichten afdrukken naar de lade voor rechte papierdoorvoer (naar boven)

Met dit apparaat is het mogelijk om inkomende faxberichten in de lade voor rechte papierdoorvoer te ontvangen (bedrukte zijde naar boven).Als u de lade voor rechte papierdoorvoer gebruikt, worden de ontvangen faxberichten in de lade op volgorde gestapeld waarbij de eerste pagina onderaan komt te liggen.

  1. Druk op Machine instellen > Toepassingsinstellingen > Faxinstellingen > Ontvangen fax afdrukken > Uitvoerlade > Rechterlade (voorkant omhoog) op het weergavescherm.

  2. Druk op OK.

Faxen ontvangen in het geheugen

Aangezien het apparaat meerdere taken tegelijk kan uitvoeren, kan het faxen ontvangen terwijl u kopieert of afdrukt. Als u tijdens het kopiëren of afdrukken een fax ontvangt, slaat het apparaat de inkomende fax in het geheugen op. Zodra u klaar bent met kopiëren of afdrukken, wordt de fax automatisch afgedrukt.

De documentinstellingen aanpassen

Voordat u een fax verzendt, kunt u de documentinstellingen aanpassen, zoals de resolutie, tonerdichtheid, kleuren, duplex-functie, etc.

[Note]

De documentinstellingen die u hiermee opgeeft, hebben alleen betrekking op de huidige taak. Als u de standaardinstellingen voor het document wilt wijzigen, raadpleegt u Machine instellen > Toepassingsinstellingen > Faxinstellingen > Standaardwaarde.

Het formaat van de originelen selecteren

Als het formaat van het originele document niet automatisch kan worden herkend of wanneer u een bepaalde documentgrootte wilt selecteren, kunt u na het opgeven van de originele documentgrootte het faxbericht verzenden.

  1. Druk in het scherm op het tabblad Geavanceerd > Formaat van origineel.

  2. Druk op de juiste optie.

    [Note]

    Door het indrukken van Grootte in inch of Grootte in mm kunt u de papierlijst op het scherm wijzigen. De papierlijst is onverdeeld in de beschikbare A/B- en Letter-papierformaten in dit apparaat.

    • Autohet formaat van de originelen wordt automatisch gedetecteerd maar bij deze optie worden alleen originelen van het formaat Letter, Ledger, Legal, Statement, A3, A4, A5, B4 of JIS B5 ondersteund.

    • Andere vooraf ingestelde waarden: Hiermee kunt u eenvoudig veelgebruikte waarden selecteren.

  3. Druk in het scherm op OK.

Faxen van beide zijden van originelen

Deze functie is speciaal bedoeld voor dubbelzijdige originelen. U kunt instellen of het apparaat een enkelzijdige of dubbelzijdige fax moet verzenden.

  1. Druk op het tabblad Geavanceerd > Dubbelzijdig en selecteer vervolgens de richting van het origineel.

  2. Druk op de juiste optie.

    • 1-zijdigVoor originelen die slechts aan één zijde zijn bedrukt.

    • 2-zijdig, boekVoor originelen die aan beide zijden bedrukt moeten worden.

    • 2-zijdig, kalenderVoor originelen die aan beide zijden zijn bedrukt, maar waarvan de achterkant 180° is gedraaid.

    [Note]

    Om 2-zijdig, boek en 2-zijdig, kalender te gebruiken, plaatst u de originelen in de DADI. Als het apparaat het origineel in de DADI niet vindt, wordt de optie automatisch gewijzigd in 1-zijdig.

  3. Druk in het scherm op OK.

De richting van originelen selecteren

Bij het faxen van dubbelzijdige documenten moet u de richting van het document aan te geven. Anders kunnen faxberichten niet worden afgedrukt in de correcte paginavolgorde of de correcte voor- en achterbladindeling.

  1. Druk op het tabblad Geavanceerd > Oorspronkelijke stand en selecteer vervolgens de richting van het origineel.

  2. Druk op de juiste optie.

    • Staande afbeeldingenselecteer deze instelling voor een geladen origineel met de bovenkant naar de achterkant van het apparaat.

      De DADI gebruiken

      De glasplaat van de scanner gebruiken

      Symbool

    • Liggende afbeeldingenSelecteer deze instelling voor een geladen origineel in de DADI met de bovenkant van het originele document naar de linkerzijde van het apparaat, of een origineel document op de glasplaat van de scanner geplaatst met de bovenkant van het originele document naar de rechterzijde van het apparaat.

      De DADI gebruiken

      De glasplaat van de scanner gebruiken

      Symbool

  3. Druk in het scherm op OK.

De resolutie wijzigen

De standaard documentinstellingen leveren goede resultaten voor een normaal tekstdocument. Als u echter originelen verstuurt die foto’s bevatten of van een slechte kwaliteit zijn, kunt u de resolutie aanpassen om een fax van een betere kwaliteit te versturen.

Druk op de pijl-links/rechts om de waarden te wijzigen.

  • Standaarddeze instelling wordt doorgaans aanbevolen voor originelen met tekst. Met deze optie vermindert u de verzendtijd.

  • Fijndeze instelling wordt aanbevolen voor originelen met kleine tekens, dunne lijnen of tekst die met een matrixprinter is afgedrukt.

  • Superfijnaanbevolen voor originelen met fijne details.Deze optie is alleen ingeschakeld als het ontvangende apparaat ook de resolutie Superfijn ondersteunt.

  • UltrafijnAanbevolen voor originelen met extreem fijne details. Deze optie is alleen ingeschakeld als het ontvangende apparaat ook de resolutie Ultrafijn ondersteunt.

[Note]

Wanneer uw apparaat is ingesteld op de resolutie Superfijn of Ultrafijn en het faxapparaat waarmee u communiceert ondersteunt niet de resolutie Superfijn of Ultrafijn, verzendt het apparaat de fax met de hoogste resolutiemodus die door het andere faxapparaat wordt ondersteund.

Het type origineel selecteren

U kunt het documenttype van het origineel instellen om de kwaliteit van een document dat wordt gescand te verbeteren.

  1. Druk in het scherm op het tabblad Afbeelding > Type origineel.

  2. Druk op de juiste optie.

    • Tekstinstelling voor originelen met tekst of lijntekeningen.

    • Tekst/Fotoinstelling voor originelen met tekst en foto’s.

    • Fotovoor originelen die halftoonfoto’s zijn.

De tonersterkte wijzigen

U kunt de helderheid van het originele document selecteren.

  1. Druk op het tabblad Basis > Tonersterkte op het weergavescherm.

  2. Druk op de pijl-links/rechts om de licht- of donkerheid te wijzingen.

Een rapport faxrapport

U kunt het apparaat zo instellen dat er automatisch een rapport wordt afgedrukt waarin wordt aangegeven of de fax correct is verzonden en ontvangen.

[Note]

Als een rapport tekens of lettertypes bevat die niet worden ondersteund door het apparaat, verschijnt in plaats van de tekens/lettertypes het woord Unknown in het rapport.

  1. Druk op Machine instellen > Rapport > Faxrapporten > Instellingen op het weergavescherm.

  2. Druk op de juiste optie.

    • Resultaat multifaxoverdrachtdrukt een bevestigingsrapport af na het verzenden van een fax naar meerdere bestemmingen.

      • Uithiermee schakelt u deze functie uit.

      • Aanhiermee activeert u deze functie.

      • Aan-Fout: drukt alleen een rapport af als er een transmissiefout optreedt.

    • Resultaat faxoverdrachtdrukt een bevestigingsrapport af dat aangeeft of de verzending is gelukt, hoeveel pagina’s er zijn verzonden en andere informatie.

      • Uithiermee schakelt u deze functie uit.

      • Aanhiermee activeert u deze functie.

      • Aan-Fout: drukt alleen een rapport af als er een transmissiefout optreedt.

    • Geschiedenis faxoverdrachtdrukt een bevestigingsrapport af dat aangeeft of de verzending is gelukt, hoeveel pagina’s er zijn verzonden en andere informatie.

      • Uithiermee schakelt u deze functie uit.

      • Aanhiermee activeert u deze functie.

    • Geschiedenis faxontvangstdrukt een bevestigingsrapport af dat aangeeft of de fax is ontvangen, hoeveel pagina's er zijn ontvangen en andere informatie.

      • Uithiermee schakelt u deze functie uit.

      • Aanhiermee activeert u deze functie.

  3. Druk in het scherm op OK.

Een programma-instelling gebruiken

Met deze optie kunt u de huidige instellingen opslaan voor toekomstig gebruik. U kunt tevens de instellingen van voorgaande taken gebruiken.

Programmas opslaan

  1. Druk in het scherm op Fax.

  2. Pas de documentinstellingen in het tabblad Geavanceerd of Afbeelding aan (zie De documentinstellingen aanpassen).

  3. Druk op het tabblad Basis.

  4. Selecteer Resolutie (zie De resolutie wijzigen).

  5. Druk op Programmas.

  6. Druk op het invoergebied van Naam programma. Het pop-uptoetsenbord verschijnt.

    Voer de gewenste programmanaam in. Druk vervolgens op OK.

    [Note]

    U kunt de waarden van ingestelde Programmas functies bekijken door omhoog of omlaag te schuiven en controleer de waarden met behulp van de pijl-omhoog/omlaag.

  7. Druk op Opslaan. Wanneer het bevestigingsvenster verschijnt worden de ingestelde instellingen opgeslagen.Klik op Ga naar lijst of op Sluiten.

Programmas gebruiken

  1. Plaats de originelen in de DADI met de bedrukte zijde naar boven of plaats een enkel origineel met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat van de scanner en sluit de DADI (zie Originelen plaatsen).

  2. Druk in het scherm op Fax.

  3. Wanneer de cursor op de invoerregel knippert, voert u met behulp van het numerieke toetsenblok op het bedieningspaneel het faxnummer in of gebruikt u de optie Adresboek in het scherm als u veelgebruikte faxnummers hebt opgeslagen.

  4. Druk op Programmas > Lijst.

  5. Druk op de te gebruiken programmanaam in de lijst.

  6. Druk op OK.

  7. Druk op Ja wanneer het venster verschijnt waarin om een bevestiging wordt gevraagd.

    Het apparaat is nu ingesteld om te faxen volgens de geselecteerde instelling.

  8. Druk op Start op het bedieningspaneel. Het apparaat start het scannen en verzendt een fax naar de nummers.

[Note]
  • Als u een faxtaak wilt annuleren, drukt u op Stop op het bedieningspaneel voordat het apparaat met het verzenden van de fax begint of druk op de knop Job Status op het bedieningspaneel, selecteer de te wissen taak en druk op Verwijd.

  • Als u een origineel op de glasplaat van de scanner legt, toont het apparaat een venster waarin u wordt gevraagd of u nog een pagina wilt laden. Plaats een ander origineel en druk op Ja. Als u klaar bent, drukt u in dit venster op Nee.

  • U kunt geen e-mail verzenden wanneer er een fax wordt verzonden.

Programmas beheren

  1. Druk in het scherm op Fax.

  2. Druk op Programmas > Lijst.

  3. Druk op de juiste optie.

    • Alles selecterenSelecteer alle programma's.

    • DetailToont gedetailleerde informatie van het geselecteerde programma.

    • Bewer. Wijzigt de naam van het geselecteerde programma.

    • Verwijd. verwijdert de geselecteerde programma's.

  4. Druk op Annul. om naar het tabblad Basis terug te gaan.

Documenten opslaan en laden

Met deze optie kunt u de huidige instellingen opslaan voor toekomstig gebruik. U kunt ook de eerdere instellingen van de vorige taak gebruiken.

Opslaan

  1. Druk op Scan nr Email, Scannen naar server , Scannen naar gedeelde map of Naar USB scannen op het weergavescherm.

  2. Stel de scanfuncties in op het tabblad Geavanceerd, Afbeelding of Uitvoer (De instellingen van de scanfunctie wijzigen).

  3. Druk op het tabblad Basis.

  4. Stel de scankwaliteit in met Dubbelzijdig en Resolutie.

  5. Druk op Programmas > Opslaan.

  6. Druk op het invoergebied van Naam programma. Het pop-uptoetsenbord verschijnt.

    Voer de gewenste programmanaam in. Druk vervolgens op OK.

    [Note]

    U kunt de waarden van ingestelde Programmas functies bekijken door omhoog of omlaag te schuiven en controleer de waarden met behulp van de pijl-omhoog/omlaag.

  7. Druk op Opslaan.

  8. U kunt alle instellingen nog eens controleren. Als alles in orde is, drukt u op Toevg. aan start om een snelkoppeling op het startscherm te plaatsen, Opslaan om de huidige instellingen op te slaan of Annul. om af te sluiten zonder opslaan.

Laden

  1. Druk op Scan nr Email, Scannen naar server of Naar USB scannen op het scherm.

  2. Druk op Programmas > Laden.

  3. Druk op de te gebruiken vorige instelling.

    Het apparaat is nu zo ingesteld dat wordt gescand met de instellingen die u hebt geselecteerd.

  4. Druk op Toevg. aan start om een snelkoppeling op het hoofdscherm te plaatsen, Verwijd. om de huidige instellingen te verwijderen of Toep. om de geselecteerde instelling te gebruiken.