Inleiding

Hieronder ziet u waar de belangrijkste onderdelen van het apparaat zich bevinden:

Apparaatoverzicht

Voorkant 1

1

Klep dubbelzijdige automatische documentinvoer

8

Dubbele cassette-invoer (lade 3, lade 4)[a]

2

Breedtegeleiders dubbelzijdige automatische documentinvoer

9

Standaardlade (lade 1, lade 2)

3

Invoerlade dubbelzijdige automatische documentinvoer

10

Voorklep

4

Uitvoerlade dubbelzijdige automatische documentinvoer

11

Handgreep in de voorklep

5

Aan/Uit-schakelaar

12

Papieruitvoerlade

6

Aansluiting netsnoer

13

Bedieningspaneel

7

Klep rechts onderaan optionele dubbele cassette-invoer

   

[a] Optioneel apparaat.

Voorkant 2

1

Glasplaat van de scanner

4

Papierbreedtegeleider multifunctionele lade

2

Wit vel

5

USB-poort

3

Multifunctionele lade

   

Achterkant

1

Kabel dubbelzijdige automatische documentinvoer

3

USB-poort

2

Netwerkpoort

4

USB-printerpoort

Binnenkant (CLX-92x1 Series, CLX-9301 Series)

1

Reinigingsstaafje LSU-venster

3

Tonercassettes

2

Cassette voor gebruikte toner

4

Beeldeenheden

[Note]

Om de beeldeenheid te kunnen zien, moet u de cassette voor gebruikte toner verwijderen.

Binnenkant (SCX-812x Series)

1

Opvangbak voor gebruikte toner

3

Beeldeenheid

2

Tonercassette

   
[Note]

Om de beeldeenheid te kunnen zien, moet u de cassette voor gebruikte toner verwijderen.

Overzicht van het bedieningspaneel

1

Weergavescherm

Toont de huidige apparaatstatus en geeft meldingen weer tijdens het gebruik. U kunt de menu’s eenvoudig instellen via het weergavescherm.

2

Status-LED

Geeft de status van uw apparaat aan (zie Informatie over de status-LED).

3

Job Status

Toont lopende taken, taken in wachtrij, voltooide taken, actuele foutcode of beveiligde taken.

4

Counter

Toont hoeveel papier er is verbruikt (zie Teller-knop).

5

Eco

Eco-modus inschakelen (zie Knop Eco).

6

Clear

Hiermee verwijdert u tekens uit het bewerkingsgebied.

7

Numerieke toetsenblok

Om nummers te kiezen en alfanumerieke tekens in te voeren. U kunt ook de nummerwaarde voor documentenkopieën of andere opties invoeren.

8

Reset

Hiermee worden de huidige apparaatinstellingen hersteld.

9

Redial/Pause

Hiermee kiest u het laatst verzonden faxnummer of ontvangen nummergave opnieuw, of voegt u een pauze (-) in een faxnummer in, in de bewerkingsmodus.

10

Log in/Log out

Hiermee kan de gebruiker zich afmelden.

11

On Hook Dial

Wanneer u op deze knop drukt, kunt u een kiestoon horen. Voer vervolgens het faxnummer in. Dit is vergelijkbaar met bellen via de telefoonluidspreker.

12

Power

Hiermee schakelt u het apparaat in of uit. Wanneer de blauwe LED aan is, is het apparaat ingeschakeld en kunt u het gebruiken. Als u het apparaat wilt uitschakelen, houdt u deze knop ten minste 3 seconden ingedrukt. Druk op Ja wanneer het venster verschijnt waarin om een bevestiging wordt gevraagd.

13

Interrupt

Stopt een lopende taak voor een dringende kopieertaak.

14

Stop

Hiermee kunt u op elk moment een taak onderbreken. Er verschijnt een pop-upvenster op het scherm waarin de huidige taak wordt weergegeven zodat de gebruiker deze kan stoppen of voortzetten.

15

Start

Hiermee start u een taak.

[Caution]

Gebruik alleen uw vingers op het weergavescherm.

Aanraakinteractie

Type

Beschrijving

Tikken

(Drukken)

Actie van het snel indrukken en loslaten van een gebied op het scherm

(indien gebruikt met 'loslaten', wordt dit 'drukken' genoemd).

Tikken en bewegen

Wanneer u op het scherm tikt, wordt de focus langzaam recht bewogen.

Wanneer u loslaat, wordt alleen de focus bewogen.

In de aanraakbare weergave (geen item), wordt het tikken en bewegen geactiveerd en door te tikken en bewegen wordt een functie geactiveerd -> microcontrole wordt geactiveerd middels tikken en bewegen in de videospeler.

Loslaten

Actie van het wegnemen van uw vinger van het scherm (om het moment dat de functie is geactiveerd).

(wordt gebruikt met 'drukken' of 'lang indrukken').

Informatie over de status-LED

De kleur van de status-LED geeft de huidige status van het apparaat aan.

Status

Omschrijving

Uit

  • Het apparaat is offline.

  • Het apparaat bevindt zich in energiebesparende modus. Wanneer er gegevens binnenkomen of een toets wordt ingedrukt, gaat het apparaat automatisch online.

Groen

Aan

Het apparaat is online en klaar voor gebruik.

Knipperen

Fax

Het apparaat is faxen aan het verzenden of bezig met ontvangen.

Kopie

Het apparaat is bezig met het kopiëren van documenten.

Scannen

Het apparaat is bezig met het scannen van documenten.

Afdrukken

  • Als de LED langzaam knippert, ontvangt het apparaat gegevens van de computer.

  • Wanneer de status-LED snel knippert, is het apparaat bezig met afdrukken.

Rood

Aan

Knipperen

  • Er is een kleine storing opgetreden en het apparaat wacht tot het probleem is verholpen. Lees de melding op het display (zie Weergegevenberichten op het display begrijpen). Als het probleem is opgelost, gaat het apparaat door met de eerder gestopte taak.

  • De levensduur van de tonercassette [a], beeldeenheid of toneropvangbak nadert zijn einde. Bestel een nieuwe tonercassette, beeldeenheid of cassette voor gebruikte toner. U kunt de afdrukkwaliteit tijdelijk verbeteren door de toner te herverdelen.

[a] De geschatte gebruiksduur van een cassette geeft aan hoeveel afdrukken er gemiddeld nog met de tonercassette kunnen worden gemaakt conform ISO/IEC 19798. Het aantal pagina’s kan worden beïnvloed door de omgevingsvoorwaarden, de tijd tussen afdruktaken en het type en formaat van het afdrukmateriaal. Er kan een bepaalde hoeveelheid toner in de cassette achterblijven, zelfs wanneer de rode LED brandt en de printer stopt met afdrukken.

[Note]

Controleer het bericht op het display. Volg de instructies in het bericht of raadpleeg het hoofdstuk over toneropvangbak (zie Weergegevenberichten op het display begrijpen). Neem contact op met een medewerker van de klantenservice als het probleem zich blijft voordoen.

Het apparaat aanzetten

[Caution]

Gebruik het meegeleverde netsnoer voor het apparaat. Zo niet, dan kan dit brand of schade aan het apparaat veroorzaken.

  1. Steek het netsnoer in de stroomaansluiting.

  2. Steek het andere uiteinde in een juist geaard AC-stopcontact.

  3. Zet de stroomschakelaar aan.

[Caution]
  • Sommige onderdelen in het apparaat kunnen heet zijn wanneer de printer aanstaat of net een taak heeft afgedrukt. Let op dat u zich niet verbrandt wanneer u aan de binnenkant van het apparaat werkt.

  • Demonteer het apparaat niet wanneer het aanstaat of aangesloten is. U zou een elektrische schok kunnen krijgen.

Zet het apparaat uit

Om het apparaat uit te schakelen drukt u minstens drie seconden lang de knop Power rechts van het bedieningspaneel in. Als het bevestigingsvenster verschijnt, drukt u op Ja in het beeldscherm en wacht u tot het apparaat automatisch wordt uitgeschakeld.

[Note]
  • Het apparaat heeft drie types van uit-modus. Druk op Machine instellen > Algemene instellingen > Werking Aan-/uit-knop. De optie Werking Aan-/uit-knop kan uitsluitend door een gemachtigde gebruiker worden geconfigureerd die een id en een wachtwoord op het apparaat heeft geregistreerd. Raadpleeg voor meer informatie over de knop Power in de uitgeschakelde modus de Beheerdershandleiding.

  • U kunt het apparaat ook inschakelen door op de knop Power te drukken.

[Caution]

Als u het apparaat meteen uitschakelt met behulp van de hoofdschakelaar boven de netsnoeraansluiting, kan dit een probleem met de harde schijf in het apparaat veroorzaken.

Een printerkabel aansluiten

Een netwerkkabel gebruiken

Dit apparaat heeft een ingebouwde netwerkkaart. Met een netwerkkabel kunt u uw apparaat met een netwerk verbinden.

Verbind het apparaat met het netwerk door middel van een netwerkkabel:

Het weergavescherm en handige knoppen

Weergavescherm

Met het weergavescherm op het bedieningspaneel kan het apparaat op gebruiksvriendelijke wijze worden bediend. Als u drukt op het home-pictogram () op het scherm wordt het weergavescherm weergegeven.De afbeelding op het beeldscherm in deze gebruikershandleiding kan, afhankelijk van de opties of het model, van uw apparaat afwijken.

[Note]
  • De pictogrammen op het scherm, zoals Fax, zijn mogelijk uitgegrijsd. Dit is het geval als de optionele kit of bepaalde programma’s niet op het apparaat zijn geïnstalleerd.

  • Als u naar het volgende weergavescherm wilt schakelen, drukt u op de pijl rechts of sleept u met de vinger langs het weergavescherm.

  • De gebruikers van het apparaat moeten afhankelijk van de verificatie-instelling een id en wachtwoord invoeren. In dit geval kan het appraat alleen worden gebruikt door een gemachtigde gebruiker die op het apparaat is geregistreerd met een id en wachtwoord. Neem contact op met de beheerder van het apparaat.

Teller-knop

Als u op de knop Counter op het bedieningspaneel drukt, kunt u het aantal afdrukken zien.

Als u Apparaat selecteert, kunt u het aantal afdrukken per apparaat zien. Een impressie verwijst doorgaans naar een enkele zijde van een vel en niet naar een enkelzijdige afdruk.

  • Totaal gebruiktoont het totaal aantal afdrukken.

  • Grote paginatoont het totaal aantal afdrukken op grote papierformaten.

  • Gebruik verzendentoont het aantal verzonden afbeeldingen via e-mail, server, etc.

  • Gebr. verz. Faxen (PSTN)toont het aantal verzonden faxen.

Als u Gebruiker selecteert, kunt u het gebruik, de limiet en het resterend gebruik per gebruiker zien. Voor gedetailleerde informatie over Teller, raadpleeg de beheerdershandleiding.

Knop Eco

Met de ecofunctie kunt u afdrukbronnen besparen en milieuvriendelijker kopiëren. Wanneer u op de knop Eco drukt, word de eco-modus op het apparaat in- of uitgeschakeld. Als de ecomodus aan is, ziet u de ecoafbeelding () op bepaalde functies. Bepaalde opties van de functies zijn in de ecomodus niet beschikbaar. Raadpleeg de Beheerdershandleiding voor meer informatie over de ecofunctie.

[Note]
  • Alleen de beheerders hebben toegang tot de Eco-instellingen in Machine instellen.

  • Als het apparaat om een wachtwoord voor de ecomodus vraagt, moet u het wachtwoord invoeren. Neem contact op met uw beheerder.

  • De knop Eco wordt alleen geactiveerd voor de menu's Kopie, Snel kopiëren en Opgeslagen doc..

Status

Beschrijving

Uit

Het apparaat bevindt zich niet in de Eco-modus.

Groen

Aan

Het apparaat bevindt zich in de Eco-modus.

Knop Job Status

Als u op de knop Job Status drukt, wordt de lijst met lopende taken, taken in wachtrij en voltooide taken weergegeven.

Huidige taak

Toont de lijst van taken die worden uitgevoerd en die in de wachtrij staan.

Als u op de naam van de taak drukt, wordt er meer gedetailleerde informatie getoond.

  • Neetoont de volgorde van de taken.

  • Type taaktoont het taaktype, zoals afdruk, kopie, fax, etc.

  • Taaknaamtoont de naam van de taak.

  • Gebruikertoont de naam van de taakeigenaar.

  • Statustoont de huidige status van elke taak (zie Betekenis van de status).

  • Niv. verhogenGeeft een hogere prioriteit aan een geselecteerde taak in de lijst wanneer er veel taken in de wachtrij staan. De geselecteerde taak kan geen hogere prioriteit krijgen dan een taak die al wordt uitgevoerd.

    [Note]

    Afhankelijk van de status van de taak kunt u de knop Niv. verhogen niet gebruiken.

  • Taak vasthoudenhoudt een geselecteerde taak in de lijst.

    [Note]

    Afhankelijk van de status van de taak kunt u de knop Taak vasthouden niet gebruiken.

  • Verwijd. verwijdert de geselecteerde taak uit de lijst.

Taak voltooid

Toont de lijst van voltooide taken.

Als u op de naam van de taak drukt, wordt er meer gedetailleerde informatie getoond.

  • Neetoont de volgorde van de taken.

  • Type taaktoont het taaktype, zoals afdruk, kopie, fax, etc.

  • Taaknaamtoont de naam van de taak.

  • Gebruikertoont de naam van de taakeigenaar.

  • Statustoont de huidige status van elke voltooide taak (zie Betekenis van de status).

Betekenis van de status

  • Bezig met ontvangenHet apparaat ontvangt gegevens van het netwerk of de faxlijn.

  • Bezit met verwerken van afbeeldinghet apparaat is bezig met het verwerken van de afbeelding (decodering, codering, conversie van dataformaat).

  • Bezit met opmakenhet apparaat is bezig met het genereren van de afbeelding voor het afdrukken.

  • In behandelingDe taak in de wachtrij wacht op zijn beurt.

  • Bezig met verzendenHet apparaat verzendt de gegevens naar e-mail, server of fax.

  • Scannenhet apparaat is aan het scannen.

  • Bezig met kiezenIn de faxmodus belt het apparaat naar het faxapparaat van de ontvanger.

  • Verbinding maken... in de faxmodus wacht het apparaat op de verbinding met de bestemming.

  • Bezig met afdrukkenhet apparaat is bezig met afdrukken.

  • Opslagde gegevens worden opgeslagen naar een vak of een USB.

  • Uitgestelde taakde taak wordt tijdelijk stopgezet gedurende de tijd u heeft ingesteld bij Uitgesteld verzenden (e-mail, fax, server).

  • In wachtstandOp het tabblad Beveiligde taak wordt de taak tijdelijk gestopt wanneer er een beveiligde afdrukopdracht vanaf een computer wordt verzonden. Als u de taak wilt vrijgeven, drukt u op Afdrukk..

  • Vastgehouden: ProefafdrukDe taak wordt tijdelijk gestopt wanneer er een proefdruk vanaf een computer wordt verzonden. Als u de taak wilt vrijgeven, drukt u op Vrijgeven.

  • Vastgehouden: ProefexemplaarIn de kopieermodus, wordt de taak tijdelijk gestopt wanneer het proefexemplaar is geselecteerd. Als u de taak wilt vrijgeven, drukt u op Vrijgeven.

  • Vastgehouden: GebruikersverzoekDe taak wordt tijdelijk gestopt wanneer Taak vasthouden wordt ingedrukt. Als u de taak wilt vrijgeven, drukt u op Vrijgeven.

  • Vastgehouden: Vertraagde afdrukDe taak wordt tijdelijk gestopt tot het door u ingestelde tijdstip.

  • Vastgehouden: Bronnen nodigDe taak wordt tijdelijk gestopt wanneer het apparaat een probleem ondervindt, zoals papierlade op, verkeerd papier, etc.

  • VerbrokenDe taak wordt tijdelijk gestopt wanneer de knop Interrupt wordt ingedrukt voor een spoedeisende kopieertaak.

  • OnderbrokenDe taak wordt gepauzeerd wanneer de knop Stop wordt ingedrukt.

  • Voltooidde taak is voltooid.

  • Voltooid met foutde taak is voltooid met fout.

  • Verwijderdals u een taak in de lijst selecteert en op Verwijd. drukt, wordt de taak verwijderd.

Beveiligde taak

Toont de lijst van beveiligde taken die de gebruiker in het printerstuurprogramma heeft ingesteld (zie Vertrouwelijk). U moet de in de printerstuurprogramma ingestelde Gebruikers-ID en het Wachtwoord invoeren (zie Vertrouwelijk).

  • Neetoont de volgorde van de taken.

  • Type taaktoont het type van de taak.

  • Taaknaamtoont de naam van de taak.

  • Gebruikertoont de naam van de taakeigenaar.

  • Detailtoont de gedetailleerde informatie van de geselecteerde taak. U kunt ook het aantal kopieën wijzigen door op Instellingen wijzigen te drukken.

  • Bewer. wijzigt de Taaknaam van de geselecteerde taak.

  • Verwijd. hiermee verwijdert u de geselecteerde taak uit de lijst.

  • Afdrukk. drukt de geselecteerde taak uit de lijst af.

  • Sluitensluit het taakstatusvenster.

Actief bericht

toont eventuele foutberichten en codes die zijn opgetreden.

  • Neetoont de volgorde van de berichten.

  • ApparaatstatusberichtToont de foutmeldingen voor de huidige fouten in het apparaat.

  • Foutcodetoont de code van het foutbericht.

  • Detailtoont de gedetailleerde informatie van de geselecteerde taak.

  • Sluitensluit het taakstatusvenster.

Interrupt knop

Als u op de knop Interrupt () drukt, gaat het apparaat in de onderbrekingsmodus, hetgeen betekent dat de actuele afdruktaak wordt stopgezet voor een urgente kopieertaak. Wanneer de spoedeisende kopieertaak is voltooid, wordt de vorige taak hervat.

[Note]

Wanneer u de nietfunctie voor een afdruktaak selecteert, werkt de onderbrekingsmodus nadat het nieten van de afdruktaak is voltooid.

Status

Beschrijving

Uit

Het apparaat bevindt zich niet in de onderbrekingsmodus.

Groen

Aan

Het apparaat bevindt zich in onderbrekingsmodus.